Alma Redemptoris Mater

   
 Super Flumina

Super Flumina

Rijke Religieuze Romantiek uit België

  


Joseph Jongen (1873-1953) schreef Alma Redemptoris Mater in 1895, op de tekst van een van de vijf Maria-antifonen, liederen waarvan de monniken er elke dag een zingen aan het einde van hun laatste gebedsstonde, de completen. Een avondlied, een geestelijk slaapmutsje.

 

 

Alma Redemptoris Mater

Joseph Jongen

   
     

Alma Redemptoris Mater, quæ pervia cæli
porta manes, et stella maris, succurre cadenti,
surgere qui curat, populo;
tu quæ genuisti,
natura mirante, tuum sanctum Genitorem,
Virgo prius ac posterius,
Gabrielis ab ore sumens illud ave,
peccatorum miserere.

   

Verheven moeder van de Verlosser, die altijd zijt de open deur des hemels
en de ster der zee, kom het volk te hulp
dat valt en poogt op te staan.
Gij die tot verwondering van de natuur
uw heilige Schepper hebt gebaard
en maagd zijt gebleven;
gij die door Gabriël zijt begroet,
ontferm u over ons, zondaars.