MaarNormaal nr. 8 artikel 4
Een normale rol
Danny Puype zingt tenor en onderzoekt maatschappelijke tendensen, het ene al professioneler dan het andere. Die combinatie, plus de titel van ons tijdschrift leverden hem inspiratie voor dit niet-zo-normale artikeltje.
Enige fascinatie voor de titel van dit tijdschrift leidt mij tot dit artikel. Het gaat immers om het samenspel van twee woorden, waarvan wij het gewicht al lang niet meer overwegen. Het lijkt mij dus goed beide woorden van dichterbij te bekijken en er enkele bedenkingen bij te maken.
In het woord normaal komt het substantief norm voor, wat Van Dale definieert als "de toestand die voor een categorie van personen of zaken de gewone is of waarnaar zij zich kunnen of moeten richten". Het woord maar kan hoofdzakelijk als tegenstellend voegwoord (geen woorden maar daden) of als bijwoord van modaliteit (hij is maar 15 jaar) worden gebruikt.
Heel bewust wil ik niet tot bij de stichters van dit tijdschrift teruggaan om te achterhalen welke de beweegreden is geweest voor de keuze van de naam MaarNormaal. De "onwetende speculatie" kan ons immers enkele interessante denkpistes opleveren.
In de lijn van bovenvermelde definities van de woorden maar en normaal zouden wij kunnen concluderen dat het gaat om een eerder abnormale toestand waarover in dit tijdschrift wordt geschreven. Immers, in het voorbeeld "Wij krijgen vandaag enkel witte suiker bij de pannenkoeken, maar normaal krijgen we zowel witte als bruine" wordt duidelijk dat de normaliteit (uitzonderlijk) niet aan de orde is. In de andere betekenislijn kunnen wij de uitdrukking herleiden tot het woord evident. "Het is toch maar normaal dat wij geen Chinees begrijpen, dat is toch evident, we hebben nooit Chinees gestudeerd". Dat wijst dan weer op de aanwezigheid van de normaliteit.
Het lijkt dus wel een contradictie te worden. Gaat het nu om abnormaliteit of om normaliteit? Of, om iets van beide?
Misschien ongewild snijden wij met de titel van dit tijdschrift dwars door de diepste lagen van onze persoon en onze totale maatschappij, en het is maar normaal dat die niet eindigt aan de voordeur van het politiecommissariaat van Ekkergem.
In elke groep zijn er normen. Ons rechtsstelsel is de norm voor de brede maatschappij, het huishoudelijke reglement is de norm voor een instelling, de ongeschreven common sense is de norm voor een niet-geïnstitutionaliseerde organisatie. Het is goed bij dergelijke normen stil te staan en ons af te vragen of de norm beantwoordt aan wie en wat wij willen (moeten) zijn als maatschappelijke entiteit, hoe klein die ook is (in extremis een enkele persoon). Belangrijk is daarbij oog te hebben voor het a(b)-norm-ale, of nog: voor wie of wat niet aan de norm voldoet. Kan die al dan niet worden geïntegreerd en hoe? Moet de abnormaliteit zich dermate aanpassen tot ze binnen de grenzen van de ongewijzigde normaliteit valt? Of, moet het normale worden verruimd zodat het abnormale een plaats kan krijgen binnen het normale?
In elke groep vallen mensen buiten de krijtlijnen en moeten die vaak "maar normaal" worden door zich in te passen. Er treedt een dwingende veralgemening op vanuit de ingesteldheid dat iedereen is zoals wij zelf zijn. Maar, is het wel normaal om dat te verwachten? Zoals Van Dale aangeeft, is een norm de toestand die voor een categorie van personen of zaken de gewone is of waarnaar zij zich kunnen of moeten richten.
Het Gents Madrigaalkoor is meer dan een muzikale organisatie, het is een groepering van heel verscheiden mensen waartussen banden (kunnen) (moeten) (zijn) ontstaan, immers "sine amicitia, nulla musica". Het is belangrijk hiervoor aandacht te hebben en toe te laten dat anderen zichzelf kunnen zijn en aan zichzelf een waardevolle gestalte kunnen geven in een geest van openheid. Het blijvend bevragen en eventueel bijstellen van wat wij maar normaal vinden, is dan ook een belangrijke opdracht. In deze lijn is het abnormale niet langer een anomalie, maar een uitdaging voor elk van ons.
In de hoop dat u de uitdaging aangaat, binnen het Gents Madrigaalkoor, binnen de organisatie waar u zich goed voelt, binnen de organisatie waar u misschien uit de boot dreigt te vallen, binnen de totale maatschappij.
In het vertrouwen dat wij er met zijn allen beter van worden! En niet alleen omdat het weer de tijd van het jaar is om aan "peis en vree" te denken...
Danny Puype
© v.z.w. Gents Madrigaalkoor