MaarNormaal nr. 7 artikel 9
Column
Lam
De buurvrouw met de hond ding-dongde zeer dringend op de bel.
"Of ik kon meekomen", stotterde ze,
"en vlug", blafte de hond,
"want er gaat een ooi lammeren en wij hebben daar geen verstand van".
Ik kreeg visioenen.
Twintig jaar geleden werkte ik als verpleegster in de thuiszorg op de boerenbuiten. De patiënten kregen bedbaden, spuiten, wondverzorgingen, spoelingen, vriendschap en gezelschap. "Maar", zo zei ons madam-zaliger, "ge moet niet alleen aandacht hebben voor uw patiënt maar ook voor zijn omgeving", wat we volledig beaamden en met diverse graden van integratie begonnen toe te passen.
Zo verstrekte ik stilaan ook zorgen waarvoor geen nomenclatuur bestond.
Bij boer Jan leverde ik een korf jonge duiven af als geschenk van zijn schoonzuster, waarna ik zijn hemorroïden verzorgde.
Bij Virginie omwikkelde ik een hardnekkige ulcus cruris, knipte het haar van de oude nonkel en plukte de kat uit de seringen.
Bij Thomassens werden de drie broers die aan een zeldzame spierziekte leden, gewassen, in de rolwagen gezet en het erf opgereden om te zonnen, waarna ik samen met de veearts een kalf "afhaalde" en vergast werd op een druppel.
't Gebeurde ook wel dat ik op tijd kwam voor de slacht en een dood varken hielp blussen dat even te enthousiast in brand was gestoken "om 't haar eraf te schroeien".
Eens zaten op de achterbank van mijn tweepeekaatje, broederlijk naast elkaar, twee geslachte ganzen en een trekharmonica, af te geven op 't Hof van Gryzolle, terwijl ik daar toch moest zijn voor een geamputeerd been. Daar gaven ze plantgoed mee voor de volgende post waar een kind met brandwonden diende verzorgd.
Als thuisverplegende was je dus wel "polyvalent" bezig. Zo polyvalent had onze baas het wellicht niet bedoeld, maar ik vond het heerlijk.
De buurvrouw onderbrak mijn mijmering.
Haast-je-rep-je samen naar het schuurtje waar katten, kippen, konijnen en 't schaap zeer knus samenhokten. De haan die de leeftijd van een goede coq-au-vin benaderde, werd prompt naar de mesthoop verwezen. De kraamzorg kwam op gang. De ooi lag duidelijk in arbeid. Vers stro werd in de buitenlucht stofvrij geschud en als een gouden bed in 't schuurtje open gespreid. Buurvrouw en hond, over het halve deurtje geleund, kreunden wit om de neus met het schaap mee. Geboren worden is een ernstige zaak, dat zag je aan het schaap. Het dier perste het wit uit haar ogen en daar verschenen de voorhoefjes en 't snuitje al, het muiltje open en de tong blauw.
" 't Moet hier rap veranderen", zou Thomassens gezegd hebben. Dus trekken geblazen. Bij de volgende perswee greep ik de voorpoten beet en trok, als een volleerde herder, het lam zonder schade aan moeder en kind, de wereld in.
All things bright and beautiful …
All creatures great and small …
De ooi likte krulletjes in haar kind, terwijl dat al onmiddellijk verwoede pogingen ondernam om te staan, terwijl zijn koddeke "pertig lutselde en loterde"! Plechtig werd ik meter van het schepsel dat zo fris aan het leven begon.
De buurvrouw wou belonen. Ik koos eieren voor mijn geld. Twaalf. Zelfgelegd. Dan ging ik naar huis, onderweg Bach en Vivaldi fluitend. Ik groette joviaal de boze buurman van de overkant.
O wee, de vermetele.
O wee, de belager van mijn metekind.
O wee, degene die het waagt mijn overheerlijke recept van lamsnavarin met lentegroenten te vragen. Je weet wel, dat stoofpotje waarin een hele ontbeende lamsschouder gaat, zorgvuldig ontvliesd en ontvet, in gelijke delen versneden, aangebakken olijfolie van goede kwaliteit en hoeveboter; dat zo pittig afgekruid wordt met curry, gesingeerd en overgeschept in een stoofpot, samen met een bouquet garni, tijm, look, peterseliestengels, witte wijn, pomodoro-tomaten, lamsfond en peper; dat twee uur op de rand van het vuur mag staan frimmelen (frémir in het Frans), waarna een heerlijk garnituur wordt bijgevoegd van "al dente"-selder, sluimererwten, jonge wortelen, asperges, meiraapjes en charlotte-aardappels; dat afgewerkt wordt met grofgehakte peterselie en binnengewerkt met een château die open en zacht van kleur is, met een discrete neus, smakelijke aanspraak, karaktervol en goed potentieel.
O wee, de onverlaten.
Ik zal het niet geven.
Ik zal hen daarentegen een vakantiebestemming voorschotelen naar een kannibaleneiland. Eerste klas. Enkele reis.
Mia Strobbe
© v.z.w. Gents Madrigaalkoor