MaarNormaal nr. 4 artikel 9

 

Knipsel

 

Deze recensie verscheen in de Nieuwe Vlaamse Muziek Revue (sept. 2000), het tijdschrift van de v.z.w. "de verenigde cultuurfabrieken". We bedanken de uitgever en de auteur voor de toestemming tot overname (van het artikel).


Roland Coryn, het Gents Madrigaalkoor, De Vento en Keizer Karel.

Antwerpen, 28 april 2000. De Carolus Borromeuskerk. Concert naar aanleiding van de vijfhonderdste verjaardag van de kinderverkrachter, kettervervolger en sloper van de Gentse vesten, Keizer Karel. Zijn lievelingsmelodie was het chanson van Josquin des Prez, Mille Regretz. Hij had natuurlijk geen spijt over zijn zonden, maar over het feit dat hij geen smeerlapperij meer zou kunnen uithalen na zijn dood. Hij had zich geen zorgen hoeven te maken, want zijn zoon heeft hem op gebied van perversie ruimschoots overtroffen. Het is dus naar aanleiding van deze verjaardag dat onze Vlaamse Regering een nieuwe kettervervolgingscommissie opgericht heeft en dat er overal te lande grootse evenementen georganiseerd worden. De Vlamingen zijn dus het grote failliet van weleer duidelijk nog niet te boven gekomen, de Franse revolutie heeft haar uitwerking verloren in onze contreien. Maar niet getreurd. De middenstand kan er maar wel bij varen.

Het is echter niet daarover dat we wilden berichten, maar over het prachtige concert dat het Gents Madrigaalkoor in Antwerpen ten beste gaf. Het koor, onder leiding van Johan Duijck, heeft met verve de stad Gent eer aan gedaan. Op het programma 'Songs of Farewell' van Hubert Parry. Dit is de componist van het bekende Blake-lied 'Jerusalem', dat de Engelsen graag als idioten staan te brullen als afsluiter van grote volksfeesten, zonder te weten dat ze zichzelf genadeloos aan het bekritiseren zijn. Maar kom. Deze songs of farewell zijn wondermooie koorzettingen en werden op overtuigende wijze vertolkt door het Madrigaalkoor.

Vervolgens vertolkte 'DE VENTO' een reeks prachtig intieme renaissancewerkjes van diverse componisten. Een soort verslag van de laatste reis van Karel. De subtiele vertolking van Cécile Kempeneers liet deze kleinoden mooi tot hun recht komen. Het ensemble, onder leiding van Marcel Ketels, weet steeds weer de juiste sfeer te treffen. Spijtig dat al deze schoonheid voor het vertier diende van zo'n monsters. Maar wellicht was het zonder dat nog erger geweest. Laat ons aannemen dat ze over nog één ongeperverteerd gen beschikten, dat hen in staat stelde deze schoonheid te kunnen verdragen.

Tot slot het grootse werk van Roland Coryn, 'Deux Mille Regretz', voor recitant, gemengd koor a capella en ensemble van renaissance-instrumenten. Coryn maakte een keuze uit de gedichtenbundel 'De Vlinderboom' van Anton van Wilderode. De cyclus evoceert de laatste jaren van Karel. Aan bed gekluisterd door jicht en andere vreselijke kwalen, met permanent zicht op altaar en celebrerende inquisiteurs, mijmert hij over de vervlogen tijden. Gelukkig beschikt de krachtige muziek van Coryn over het vermogen al dit lelijks te doen vergeten. Zijn koorzettingen zijn rijk en gevarieerd. Hij maakt virtuoos gebruik van de bestaande technieken ten dienste van de inhoud van de teksten. De harmonie is soms broos, soms voluptueus. Metrum en ritme soms ingetogen, soms uit de bol gaande. Het koor had er duidelijk een kluif aan, maar ze hebben dit kundig vertolkt. Nergens was er een 'aan de rand van de afgrond'-gevoel. In de interludia weet Coryn op frisse wijze de nieuwe technieken te versmelten met de oude klankkleuren. Dit zou de ensembles oude muziek kunnen inspireren hun repertoire wat te verfrissen. De voordracht door Werner Brans was geïnspireerd en krachtig. Warme stem heeft die man. Hij spreekt ongemaniëreerd. Uit zijn mond klinkt het Nederlands als een normale taal.

Kortom een geslaagde avond, ondanks de aanleiding ervan.

Theofiel Kwartels

(uit: Nieuwe Vlaamse Muziek Revue, tijdingen van De Rode Pomp, sept. 2000)

 


© v.z.w. Gents Madrigaalkoor