MaarNormaal nr. 4 artikel 14

 

Kon Bach zwemmen?

 

Kon Bach zwemmen ? Het is een onopgeloste vraag. Ik heb ze ook nergens gesteld gezien in de toch zo omvangrijke vakliteratuur. Misschien onderschat men het belang van het waterelement voor het begrip en de interpretatie van zijn muziek, maar de huidige kabbalistische benadering van Bach zal weldra haar plaats moeten delen met een verklaring vanuit de oude elementenleer. Daarom is het belangrijk tenminste de vraag te stellen.
Vast staat dat Bach niet kon fietsen. Voor een juist begrip van het werk van Chausson is een benadering vanuit de pedalen essentieel. Chausson fietste niet zomaar wat, hij is zelfs al fietsend gestorven. Bach niet. Maar het begrip "vanuit de pedalen" kan ons helpen. Hoewel geen fietser was Bach met het pedaalspel meer vertrouwd dan wie ook. Door zijn orgelspel was hij uitermate getraind in het onafhankelijk coördineren van been- en armspieren. Zwemmen is tenslotte hoofdzakelijk dat. Musculair zou hij het kunnen.

Heeft Bach in zijn werk enige aanwijzing gegeven ? Het woord zwemmen (schwimmen) duikt slechts één keer op: in de titel Mein Herze schwimmt in Blut. "Herze" kan begrepen worden als een pars pro toto. In Joegoslavië zegt men dat het hart danst als je muziek maakt. Niet alleen het hart danst, heel het lichaam danst. In ons geval zou de titel betekenen: ich schwimme in Blut. Navraag bij een aanrichter van bloedbaden leert ons dat je in bloed niet kan zwemmen. De viscositeitsgraad van de vloeistof is veel te hoog. Je zou, tenminste in pas vergoten bloed, snel zinken. Bevestiging daarvan gaf een bestuurslid van de Brugse Bloedprocessie met vele jaren ervaring: in bloed kan je waden, schrijden, maar zeker niet zwemmen. De vermelding door Bach zelf moet dus uitsluitend metaforisch begrepen worden. Om te zwemmen is water wel degelijk noodzakelijk.

Als we vertrekken van de veronderstelling dat iemand die leert zwemmen, dat haast zeker in zijn jeugdjaren doet - een onbewijsbare stelling, maar bruikbaar voor het onderzoek - moeten we nagaan of er op de plaatsen waar Bach tijdens zijn jeugd verbleef, voldoende water was om te leren zwemmen. Zwembaden zijn niet ondenkbaar maar weinig waarschijnlijk. Waterlopen dus. Zeker, die waren er, maar was het waterpeil voldoende ? Heerste er geen droogstand tijdens de betreffende jaren 1692-1702 ? Vragen die niet op te lossen zijn zonder de deskundige hulp van geografen, klimatologen en historici. Kan er met het oog op een vernieuwd authentiek begrip van Bach, geen werkhypothese opgesteld worden ? Geen voorlopige conclusie getrokken ?

Ja, dat kan. Een oud adagium komt ons daarbij ter hulp: nomen est omen. Bach betekent tenslotte beek. In een beek kan je geen kampioenschappen betwisten maar je kan er wel behoorlijk in leren zwemmen. Ligt het niet voor de hand dat Bach als het ware in zichzelf heeft rondgezwommen? Met latente spierstimuli de mentale act van het zwemmen heeft gesteld ? Net zoals iemand in zijn eigen vet kan braden. De enige bruikbare formulering van de vraag luidt dan: was Bach een virtuele zwemmer ? Het antwoord is ja.

Voor de Bachinterpretatie zijn de gevolgen gering maar niet verwaarloosbaar. Het zou voor dirigenten onverantwoord zijn tijdens Bachuitvoeringen nog zonder meer voorbij te gaan aan de rugslag of de vlinderslag. Vroeg of laat zal ook het waterorgel onvermijdelijk worden. Al stelt dat niet veel voor in de onmetelijke oceaan van de barokinterpretatie, het is toch een frisse duik in het Bachwater.

Vic Nees

 


© v.z.w. Gents Madrigaalkoor