MaarNormaal nr. 3 artikel 10

 

Poggibonsi, 2 april 2000

Ilse Vandekerkhove

 

Eind januari '98, accademia Chigiana, Siena: "of jullie ergens een goed koor kennen" ? Ik kom uit Vlaanderen, zing al zowat sedert mijn elfde, de laatste jaren ook in een "groot" koor. Tien minuutjes later sta ik terug buiten met naam, adres en telefoonnr van de dirigente van het koor van Vico Alto en een rebus aan trefwoorden van I Polifonici Senesi. Omwille van de wet op de bescherming van de privacy, kon de bediende mij het adres van die dirigent niet geven. Die van Vico Alto kent ze persoonlijk, vandaar. Het gemakkelijkste eerst: ik bel naar Vico Alto en ja hoor: "kom maar af: we repeteren twee maal per week een uur, per sessie. Voor de sopranen is dat echter anderhalf uur. Want ja, tegen dat iedereen er is en het gedaan is met kletsen…" Ik bedank vriendelijk en probeer de rebus op te lossen. Na twee weken omzwervingen in enkele parochies en na ettelijke telefoontjes kom ik uiteindelijk bij "professore Morelli" terecht. Mijn knieën knikken een beetje wanneer ik bij hem aanbel voor de auditie - ik had een oudere en strengere uitgave van Johan voor ogen - maar het blijkt een vriendelijke jonge humanioraleraar te zijn: in Italië wordt al wie in het secundair les geeft 'professore' genoemd. Het kli(n)kt en vanaf volgende week gaan we samen naar de repetities.

Het koor bestaat uit een 30-tal zangers, de meeste rond mijn leeftijd. Doch er zitten ook enkele "ouderen" bij. De repetities zijn van 21.30 tot 23.15, op woensdag en vrijdag. Om 21.25 komen we aan en is er reeds 1 alt. Die zal er trouwens altijd voor ons zijn. Maar nooit iemand anders. Die komen druppelsgewijs toe. Er zijn "laatkomers" en "vroegvoortgaanders", de laatste is er tegen tien uur wel, de eerste gaat rond elf uur al weer weg. Ieder met zijn eigen excuus: kinderen, afstand, vroeg op, … En de aanwezigheden: als het voetbal is, ontbreken de mannen; de vrouwen hebben andere voorwendsels om er niet te zijn. Het gebeurt dus eigenlijk nooit dat het hele koor aanwezig is. De repetitie begint als er genoeg mensen aanwezig zijn en er daarvan genoeg zijn die er hun aandacht bijhouden. De anderen horen het dan wel dat de repetitie al begonnen is. Het valt me op dat er absoluut geen discipline is, zowel wat aanwezigheid en stiptheid betreft, als aandacht bij het zingen: niet dat er door mekaar gezongen wordt. Maar wanneer Antonio zich even met 1 stemgroep bezighoudt, beginnen de anderen te babbelen en verstoren zo wie aan het zingen is. Wanneer we in de auto zitten, heb ik het er vaak over met hem. Ook hij ziet deze toestand met lede ogen aan. Doch het is moeilijk er iets aan te doen. Italianen zijn zeer verdraagzaam (daarom ben ik trouwens naar hier gekomen), aanvaarden iedereen zoals hij is. Dus aanvaarden ze ook deze situatie. Ons (mij en de andere buitenlanders) vinden ze "troppo tedesco" (veel te "Duits"), maar ik heb heimwee naar het Gents Madrigaalkoor.

Het repertoire dan: ook even aanpassen. Het is gedaan met de grote (en hedendaagse) koorwerken. Polyfonie, dat wil zeggen een mis van Palestrina, een psalm van Mendelssohn of Brahms en enkele plaatselijke beroemdheden. Alleen bij de motetten van Bach - met klavecimbel - kan ik me even laten gaan. Verder geen orkest of instrument. In april '98 zing ik dan het eerste concert met het koor. En uiteindelijk valt alles wel mee - de omstandigheden in acht genomen. Tenslotte mag ik niet té veeleisend zijn. Ik begin stilletjes aan ook te aanvaarden dat ik niet mag vergelijken tussen beide koren. En het was leuk om weer op een podium te staan.Er volgen nog enkele concerten, allemaal gratis voor de toeschouwers (hier bestaat geen Davidsfonds) en half november '98 is er de nationale koorwedstrijd "Guido d'Arezzo".

Ik beloof het koor een concerttournee te organiseren in Vlaanderen als we winnen, als we niet winnen zullen we een stuk in het Nederlands zingen. We eindigen als zevende, eigenlijk niet zo slecht want we zijn bij de "eerste helft" (er mogen 14 koren deelnemen) en de puntenkloof tussen ons en het als achtste geëindigde koor was groter dan de kloof tussen ons en de uiteindelijke winnaars.Maar de koorreis in Vlaanderen gaat niet door, het stuk in het Nederlands ook niet: ze breken nu al hun tong over het Duitse "Knechtschaft und Schmach" van Mendelsohn.
Zo blijft de toestand tot juli '99, concerten en repetities met ups en downs, veel ideeën en plannen - concertreis, cd-opname... en weinig inzet en realisaties. Maar in september is de toestand helemaal down. Antonio ziet het niet meer zitten op die manier en geeft er de brui aan. Even is het crisis. Stoppen? Neen! Een andere dirigent zoeken? Ja!

Er worden er enkele "uitgeprobeerd" en uiteindelijk valt de keuze op Silvio Segantini, een jonge student-musicus, vol enthousiasme. Ook in het koor keert het enthousiasme even terug en we bereiden ons voor op het kerstconcert met o.a. "A ceremony of carols" voor 3-stemmig vrouwenkoor, "A boy was born" en als nieuwe stukken "A hymn to the Virgin" en het Magnificat van Arvo Pärt. En daarmee is de trend gezet naar een wijziging in het repertorium.

Maar de oude kwalen blijven verder bestaan: te laat komen, niet komen opdagen, babbelen,… En dit keer heeft ook de nieuwe dirigent er een handje van weg om af en toe laat te komen. Waarschijnlijk ligt het aan het feit dat hij geen polshorloge draagt. Repetities durven dan ook wel eens uitlopen tot bijna middernacht… zonder morren. Misschien toch een verdoken vorm van enthousiasme?

In deze periode bereiden we ons volop voor op het paasconcert en op het programma staan enkele werken van Mendelsohn, Lotti (niet Helmut) en Fulvio Caldini. Deze laatste is van Aretaanse afkomst evenals Silvio (volgens mij zijn het goede vrienden) waarvan we de creatie van zijn "Double Kyrie voor 8 stemmen en orgel" zullen brengen.De tekst bestaat uit het veelvuldig herhalen van "Kyrie eleison, Christe eleison", niet zo makkelijk om de tel niet kwijt te raken. Opmerking van Giorgio, oudste koorlid dat het al wat moeilijker heeft met deze "moderne" stukken: "en nu maar hopen dat op het einde van de muziek er niet een paar Kyrie's overblijven!"

Meer dan twee jaar zitten er op, en ik heb het nog steeds moeilijk met ottava (octaaf), ottavo (achtste noot) en croma (naam van deze noot); met forcelle (vork), het teken voor crescendo of decrescendo, ppp en fff omdat Italianen steeds overdrijven en het horen van dubbele medeklinkers, met dodiesis (do kruis), sibemol (si b) en "fa naturale" om aan te duiden dat de fa hersteld is en dat soprano (sopraan) en contralto (alt) mannelijk zijn. Maar het belangrijkste is dat ik nog steeds kan zingen. En uiteindelijk geldt ook hier en dreunt het ook hier door mijn hoofd: "nulla amicizia sine musica - sine amicizia nulla musica!"

Poggibonsi, 02/04/00

 


© v.z.w. Gents Madrigaalkoor