MaarNormaal nr. 16 artikel 4

 

 

Het ontstaan van een opdracht

 

 

 

Carlos Bourgeois had het idee opgevat Vic Nees te bewegen tot de compositie van een interes­sant werk, dat zijn geliefde Gents Madrigaalkoor dan zou zingen. Het liefste werd dat een Requiem, omdat dat nog ontbrak in het oeuvre van Nees. Drie jaar geleden begon Carlos aan zijn overtuigingstocht. Met toe­stem­ming van beide corres­pon­denten laten we u uit hun briefwisseling lezen. In de linkerkolom leest u Carlos.

Drongen, 18 februari 2006

Beste Vic,

De idee van een requiem is steeds nadrukkelijker gaan spelen: heeft het met de leeftijd te maken, met het seizoen (lang aanslepende winter), zoals ik al zei met de recente zangervaringen... ik weet het niet echt.

Maar de dood is dan ook een heel ambigue zaak.

Enerzijds kan je het niet navertellen als het je overkomen is. Dus je kan er alleen maar "speculatief' over bezig zijn, als een "toekomst", tenminste als het je eigen dood betreft. Je ziet en beleeft het bij anderen, maar niet in hun binnenste ik. Anderzijds verbinden we er heel diepe en tegengestelde gevoelens aan: de rust, de eeuwige rust aan de ene kant, de leegte aan de andere kant, het zwarte gat. Het zwarte gat van waaruit de wereld zou ontstaan zijn en dat eens aan de overzijde van het leven kan liggen. Ik zeg wel, kan.

Daarom is een requiem ook zo absoluut.

Het begint met dé requiem, rust. De eeuwige rust. Hoe ouder je wordt, hoe meer spanningen in het leven, hoe meer waarde dat beeld krijgt. Het is niet noodzakelijk een positieve rust, ik geef het toe, het is soms "ontsnappen" uit. Uit pijn, uit spanning, uit verdriet...

Maar ontsnappen waar naartoe? We weten het niet. We geloven eventueel in de hemel, wat die ook moge zijn. Eeuwige rust, eeuwige liefde, eeuwig leven. Het eeuwige licht ook, lux aetema. Het is treffend dat het requiem het niet heeft over het eeuwige leven, maar over het eeuwige "licht". De antipode van het "zwarte gat" misschien? Het eeuwige begrip der dingen? De ultieme helderheid? De eeuwige warmte? Het eeuwige geluk?

Maar het eeuwige leven, hoe spannend het ook zou kunnen zijn, omdat het "leven" toch voor fantastische momenten gezorgd heeft, het klinkt toch wat aards, onaf, onvolkomen om een eeuwigheid te duren. Een deel van de "spanning" van het leven zit trouwens in het "eindige" ervan. In het feit dat er inderdaad een eind aan komt.

O ja, er komt dikwijls ontiegelijk vroeg een eind aan, hard, meedogenloos, onbegrij­pelijk,... En eigenlijk stellen we ons dan dikwijls vragen over de dood die veeleer het leven betreffen: hoeveel mensen sterven in mensonwaardige omstandigheden? Veel, maar het zijn bovendien dan nog dikwijls zij die ook in mensonwaardige omstandigheden geleefd hebben, en dat is nog het grootste probleem aan hun dood, als er daarna niks meer is.

De dood is het probleem van degene die sterft, die gestorven is, maar ook van hen die "achterblijven", zoals men het in onze taal zo treffend zegt. En die ervaren het als een dag van toorn: "dies irae", van "oordeel", van straf. ...Ons laatste proces... En we vragen: "herinner u", ondanks alles wat we fout deden.

We zitten natuurlijk in de problematiek van de "schuld", waarmee zo velen van ons zich beladen voelen. En zij die achterblijven, smeken de Heer om genade.

Maar zoals we in een kwade droom wel eens kunnen herinnerd worden aan niet nette houdingen of daden, aan bewust gemaakte fouten... zou de dood ook drager kunnen zijn van die herinnering? Of is er écht niks meer, ook geen "kwaad"? Worden we onttrokken aan de pijniging van deze onvolkomenheden -confutatis maledictis, flammis accribus addictis- of krijgen we een plaats bij de gezegenden -cum benedictis -, krijgen we écht de zielerust? Raken we van onze slechte herinneringen, onze kwade dromen, af in de dood? Het is niet alleen de dag van de "toorn", het is ook de dag van het verdriet - lacrimosa - om de schuld en de angst voor het oordeel.

Ook in het Agnus Dei, waar we normaal om mededogen vragen, smeken we nu om rust, de eeuwige rust. Waarom niet het eeuwige leven. Kunnen wij, levenden, ons wellicht niet zoiets als een eeuwig leven voorstellen of hunkeren we zo naar de rust?

Naar de hemel voeren de engelen ons, niet de levenden, wel de doden. Sereen, na het "proces", waarin we wellicht vergiffenis kregen voor onze tekortkomingen. Of toch niet? Blijft er een vraagteken over?

Deze eeuwenoude liturgie blijft, ondanks pogingen om haar als "heidens" te verketteren, nog steeds actueel. Ze helpt misschien de doden niet, misschien wel de stervenden die zich troosten aan de gedachte dat ze erdoor zullen begeleid worden, maar helpt ze ons? Geeft ze ons inzicht?

Ik weet het niet écht.

Ik weet wel dat menig mens erdoor aange­grepen wordt en de behoefte voelt om er zich aan vast te klampen. Dat menig mens op die manier met de dood, maar ook met het leven geconfronteerd wordt. En, tenzij in een allerdiepste geloof, met twijfels en angsten blijft zitten.

Beste Vic,

Ik schrijf dat niet allemaal op om u te proberen alsnog te overtuigen om een requiem te componeren. Wellicht heb je dit ook al bij jezelf overwogen. Nee, het is gewoon om aan te geven wat een rijkdom aan gevoelens het requiem ons kan geven, wat een bewustzijn het ons kan aanreiken. En waarom ik daarvan überhaupt sprak.

Ik wens je oprecht een schitterende 70ste verjaardag en nog vele creatieve muzikale geneugten toe. Ik zou zeggen, kijk naar die andere fantastische koorcomponist, ons aller Heinrich Schütz ...

Ad multos annos.

Carlo(s)

     

Vic Nees werkte een klein jaar aan zijn Requiem. Bij elke aflevering van een stuk partituur zat een briefje. Daaruit citeren we enkele passages. Die staan rechts.








Grimbergen, 2007

Beste Carlos,

[5 mei 2007]

Hierbij het eerste deel van mijn Requiem.

Ik ga rustig op mijn tempo werken, maar de bedoeling is dat ik het nog tijdens mijn leven afmaak. Indien dat om een of andere reden niet lukt - vroegtijdige seniliteit of plotselinge blindheid bijvoorbeeld of een langdurige gijzeling na een vliegtuigkaping - , zoek in dat geval niet naar een Süssmayr: dit stuk kan ook op zichzelf uitgevoerd worden als een volwaardig Requiem-motet.

Het is de bedoeling dat ik nu voortwerk aan het Requiem. Het blijft a cappella, maar ik zal er een paar solisten aan toevoegen, waarschijnlijk een sopraan en een bariton. Enfin, dat moet nog blijken.

[20 juni 2007]

Hierbij de tweede aflevering van het Requiem. Zoals je kunt zien, is het een Kyrie met sopraansolo geworden.

Ik begin eerstdaags aan het Offertorium. Ik vermoed daarin een mannelijke solist te zullen nodig hebben, waarschijnlijk een bariton. Daar zal het echter bij blijven: voor de latere delen zullen deze twee solisten volstaan. Dat zal ik tenminste proberen.

[6 augustus 2007]

Hierbij de derde aflevering: het offertorium, een deel met voldoende drama en evenveel schaamteloze lyriek.

Zoals je kunt zien is de solist geen bariton maar wel een tenor geworden. Ik zal mij voor het vervolg aan die twee solisten houden: sopraan en tenor.

[7 september 2007]

Hierbij aflevering vier: het Sanctus. Zoals de andere delen heeft ook dit een eigen karakter. Maar waar de andere delen elk op zich een stilistische eenheid vormen, is het Sanctus veeleer een hybride: het bevat zowel Messiaense blokakkoorden en klokgelui als barok contrapunt en ongeremde lyrische gevoelsexpressie.

Voor het traditionele contrapunt en de romantische momenten heb ik telkens geaarzeld. Na lang wikken en wegen heb ik toch besloten ze op die wijze te noteren: ze vielen mij dermate spontaan te binnen dat ik de moed vond even niet van mijn tijd te zijn. Het is dus welbewust gedaan en niet uit een zekere naïviteit die ouderlingen soms onbewust ontwikkelen. Indien het toch naïviteit zou zijn, dan is ze beslist te klasseren bij de zogenaamde "seconde naïvité" van filosoof Paul Ricoeur: meer een heroverde frisheid dan een creatieve verstarring. Of ben ik toch naïef .. ?

[21 september 2007]

Ik heb zopas twee bladzijden van het deze week gecomponeerde Agnus Dei vernietigd.

[15 oktober 2007]

Hierbij het "nieuwe" Agnus Dei.

Er blijven nog twee nummers te gaan: het communio Lux aeterna en de antifoon In paradisum. Misschien plaats ik tussen beide nog een ander antifoon, Ego sum resurrectio et vita met een tenorsolo.

[29 oktober 2007]

Hierbij aflevering 6, het communio Lux aeterna.

[November 2007]

Hierbij vind je de laatste aflevering van het Requiem. Ik ben blij dat het af is, maar ik ben ook tevreden dat ik het gemaakt heb.

Blij dat het af is omdat ik hoe dan ook rekening hou met de kwalen van de ouderdom, of pijnlijker, rest er mij nog voldoende tijd, kan ik het nog afkrijgen! Ik heb er tenslotte toch een jaar aan gewerkt. Op die tijd kan veel gebeuren...

Tevreden dat ik gemaakt heb: een werk van die diepgang vergt veel geestelijke energie; de overwinning op je beperktheid geeft hoe dan ook een zekere voldoening. De toekomst zal uitmaken of het ook een werk is van artistieke diepgang. Dat houdt mij vooral bezig. In dit deel ben ik tot de uiterste eenvoud gekomen van opgestapelde akkoordblokken tegenover een simpel motiefje uit mijn Magnificat waarin de kwarten vervangen werden door tertsen. Voor mij heeft dat allemaal betekenis. Maar ook voor anderen?

Vic

 

  


© v.z.w. Gents Madrigaalkoor