(°Belmonte, Cuenca, 1528 - † Madrigal de las Altas Torres, Ávila, 1591)
Fray Luis de León is een van de belangrijkste schrijvers van de Spaanse renaissance. Zijn poëtisch oeuvre omvat slechts drieëntwintig gedichten, maar wordt gerekend tot de top van het lyrisme. Miguel de Unamuno omschrijft Fray Luis als een "smeltkroes van invloeden: Plato, Horatius, Vergilius, epicurisme, stoïcisme, christendom. Verliefd op vrede, sereniteit en harmonie". Zijn poëzie is geïnspireerd door het verlangen van de ziel om zich te onthechten van het aardse en dichter bij God te komen, op zoek naar spirituele vrede en kennis. Hij noemde dat la verdad pura sin velo, de pure naakte waarheid
Fray Luis werd geboren in Cuenca, een goede 100 km ten oosten van Madrid. Zijn familie verhuisde naar Madrid, maar zelf ging hij op zijn veertiende naar Salamanca, waar hij twee jaar later bij de augustijnen intrad. Hij studeerde filosofie, theologie, Bijbelse exegese, en werd professor aan de universiteit van Salamanca. Fray Luis gaf onder meer les aan de karmeliet San Juan de la Cruz, die toen nog Fray Juan de Santo Matía heette. Hij zat bijna vijf jaar in de gevangenis, toen hij door de Inquisitie van ketterij werd beschuldigd, onder meer omdat hij het Hooglied in de volkstaal had vertaald ("Cantar de los cantares"). Dat was door het concilie van Trente expliciet verboden, behalve als parafrase. Beroemd is zijn flegmatieke uitspraak toen hij zijn lessen hervatte na zijn gevangenschap: "zoals we gisteren zegden…" (Dicebamus hesterna die).
|
|
|
|
Ode aan Salinas
De Oda a Salinas schreef Fray Luis voor zijn blinde vriend Francisco de Salinas, die organist en componist was. Zij spraken vaak over kunst, poëzie en muziek. Ze deelden de opvatting dat muziek de religiositeit kan versterken, dat ze inspireert tot spiritualiteit. De ode aan Salinas is een ode aan de muziek als een middel om het goddelijke te beschouwen en onwetendheid en lichtzinnigheid te weren.
|