MaarNormaal nr. 15 artikel 7

 

Teresia van Ávila 
(Santa Teresa de Ávila)

(°Ávila, España, 1515 – Alba de Tormes, 1582)

In Spanje krijgt een kind zijn familienaam door de familienaam van de vader (b.v. Sánchez de Cepeda) te laten volgen door die van de moeder (b.v. Dávila y Ahumada). Daardoor werd de echte naam van Teresa Sánchez de Cepeda Dávila y Ahumada wel erg lang. Ze noemde zichzelf liever Teresa de Ahumada en later, na de hervorming, Teresa de Jesús. In Spaanstalige landen kent men haar als Santa Teresa de Ávila, bij ons ook wel als de heilige Teresia van Ávila.

Ze kwam uit een nobele familie met elf broers en zussen. Haar vader was waarschijnlijk van joodse afkomst en bekeerde zich wellicht onder druk. Een van haar broers, Pedro Alonso (Sanchez enz...), bracht in 1562 een beeld van de Maagd Maria, naar Zuid-Amerika, waar het in de basiliek van El Viejo terechtkwam. Deze Onze-Lieve-Vrouw "Nuestra Señora de la Inmaculada Concepción de El Viejo" werd de patrones van Nicaragua.

Teresa schreef zelf dat ze als jong meisje een levendige en passionele verbeelding had. Haar roeping tot een religieus leven zou ze vooral vanaf haar twaalfde, na de dood van haar moeder, hebben gevoeld.

In 1535 trad ze in in het klooster La Encarnación van de karmelietessen in Ávila. Drie jaar later moest ze het klooster weer verlaten omdat ze zwaar ziek werd. Een genezeres in Becedas kon haar niet helpen, maar ze las er wel een boek dat haar haar eerste mystieke "genaden" bezorgde. Toen ze terugkwam in Ávila raakte ze in een toestand van schijndood die drie jaar aanhield, tot ze in 1542 zomaar genas. Zelf schreef ze haar genezing toe aan de heilige Jozef, voor wie ze de rest van haar leven een grote devotie zou hebben, en naar wie ze haar eerste klooster, het convento de San José noemde, en ook de nieuwe, hervormde, kloosterorde, de carmelitas descalzas de San José. De financiering daarvan haalde ze voor een deel van het geld dat ze van een van haar broers uit Peru kreeg toegestuurd.

Het leven van Theresia was een aaneenschakeling van bijzondere genaden in haar persoonlijke leven, zoals de doorboring van haar hart met een vurige pijl van liefde en haar mystieke huwelijk. Haar publieke leven bestond uit het stichten van kloosters en het schrijven van constituties en mystieke geschriften. Haar geschriften, waarvan vooral het "Hooglied" beroemd is, behoren tot de hoogtepunten van de Spaanse literatuur. Op dat gebied werd zij in haar tijd alleen overtroffen door haar naaste medewerker en medemysticus, de heilige Johannes van het Kruis, die de hervorming voor de mannelijke tak van de karmelieten ter hand nam.

Theresia werd zalig verklaard door paus Paulus V op 24 april 1614, en heilig verklaard door paus Gregorius XV op 12 maart 1622. In 1970 werd zij tot de status van kerkleraar verheven.

      Sint-Teresia door P.P. Rubens 

De extase van Sint-Teresia door Gianlorenzo Bernini (1652), in de Santa Maria della Vittoria in Rome  

glasraam Santa Teresa de Avila, Norraby, Zweden

 


© v.z.w. Gents Madrigaalkoor