MaarNormaal nr. 15 artikel 3

 

Alma, búscate en Mí

Stefaan Vandewalle 

Johan Duijck droeg zijn werk Alma, búscate en Mí, op aan Stefaan Vandewalle. Stefaan Vandewalle is al tientallen jaren een grote sympathisant van Johan en een bewonderaar van zijn veelzijdige muzikale activiteiten. Ondanks het generatieverschil ervaren zij een wederzijdse affiniteit en slagen zij erin elkaar zonder veel woorden aan te voelen en te begrijpen. 

Stefaan Vandewalle

Theresia van Avila

Samen met Johannes van het Kruis (Juan de la Cruz) behoort Theresia van Avila tot de belangrijkste vertegenwoordigers van de Spaanse mystiek van de zestiende eeuw. Het is de periode waarin de Spaanse militair Ignatius van Loyola zich bekeert en de orde van de jezuïeten sticht. Hij schrijft zijn ideeën neer in Exercitia spiritualia (Geestelijke Oefeningen, 1548), een geschrift met grote, eeuwenlange invloed. Daarin bepleit hij een persoonlijke meditatie door middel van verinnerlijking, bedoeld als een uitzuiveringsfase van het mystieke proces.

Theresia van Avila denkt in dezelfde richting. Ze heeft het moeilijk met het gebed. Daarom zoekt ze, en gaat over naar het oración mental, een gebed zonder woord noch beeld, waarbij ze zich heel eenvoudig ’in de aanwezigheid van God’ stelt. Ze beschrijft deze methode meermaals en oefent zo een grote invloed uit op de latere mystiek. De orde van de Karmel, die ze heeft hervormd, zal dan ook gedurende eeuwen belangrijke mysticae voortbrengen.

In de mystiek wordt een onderscheid gemaakt tussen de wezensmystiek (waarbij de mysticus langs de rede en het niet-weten komt tot een eenheidservaring met het absolute (zijn)) en de liefdesmystiek. De mystiek van Theresia van Avila behoort duidelijk tot de liefdesmystiek. Deze voert de mysticus/ca langs liefde en devotie naar eenvereniging met de Liefde: de mysticus/ca blijft, deel uitmakend van de Liefde, in zijn/haar intiemste verblijfplaats.

Is mystiek voor elk van ons?

Wanneer we denken aan mystiek komen ons aanstonds de grote vertegenwoordigers ervan voor ogen, zoals Eckhart, Bernardus van Clairvaux, Theresia van Avila, Theresia van Lisieux en de groten van de Vlaamse mystiek als Ruusbroec, Hadewych en Beatrijs van Nazaret. Maar er zijn ook heel wat latere en hedendaagse denkers die spiritueel zijn gegroeid tot mystieken, zoals Thomas Merton, Dag Hammarskjöld, Simone Weil, Camille Contzen-Crowet en anderen.

Mystieken zijn echter niet noodzakelijk religieuzen of grote denkers. Ook eenvoudige mensen kunnen mystieke ervaringen hebben. In 1998 verscheen het boek Journal Spirituel. Le Bonheur d’aimer Dieu (uitg. Centre Saint Jean de la Croix, F. 36230, Mers-sur-Indre) van Jeanne Schmitz-Rouly, een mystiek begaafde huismoeder. Ze schrijft daarin: "God heeft me een week lang met zulke genaden overstelpt dat ik kan zeggen dat het werkelijk het levend water was, dat wat smaak heeft van het eeuwig leven….Wat een geluk is het toch God te mogen liefhebben en te weten dat het waar is en dit te mogen zien".

We moeten ervan uitgaan dat mystieken in elk geval begenadigde mensen zijn. Men kan dan ook de vraag stellen of iedereen wel vatbaar is voor mystieke begenadiging. Eigenlijk kan iedereen mystiek begenadigd worden, alhoewel het de meesten van ons nooit zal overkomen. Ruusbroec drukte het zo uit: "God werkt zoals Hij wil: waar Hij wil, bij wie Hij wil en wat Hij wil". Deze mysticus was wel van mening dat velen een begin van mystiek gebedsleven hebben.

Maar al moeten we leven zonder mystieke ervaringen, ieder gelovige die God als liefde erkent, zal vanuit zijn geloofservaring ook zoeken te leven in hechte verbondenheid met Christus, met God. Alleen reikt de mysticus hier nog verder: hij beleeft die verbondenheid heel intens en bijzonder bewust. Daarom zijn de mystieken voor ons wegwijzers, stapstenen, en kan het lezen van de grote mystieken iedereen helpen de diepte en de rijkdom van het gelovig mens zijn te (her)ontdekken en een steun zijn voor zijn spirituele groei.

Alma, búscate en Mi

Na deze excursie keren we terug naar Theresia van Avila, naar haar mystieke gedicht Ziel, zoek jezelf in Mij. De mystica beschrijft hierin hoe de stem van God kan worden beluisterd in de ziel.

De intieme aanwezigheid van God in de mens is een christelijk thema dat aanstonds doet denken aan de woorden van Augustinus in zijn Belijdenissen: "Je was binnen en ik was buiten en daar zocht ik je… Je was bij mij, maar ik was niet bij jou". Ook de evangelist Johannes wijst op de aanwezigheid van God in het innerlijke van de mens: "de Geest van waarheid…gij kent Hem, want Hij blijft bij u en zal bij u zijn" (Joh 14,17) en Paulus schrijft in zijn Galatenbrief: "En toch leef ik, maar niet meer ikzelf, Christus is het die leeft in mij" (Gal 2,20).

De mens kan diep in zichzelf iets of iemand ontdekken, een andere, een iemand met wie hij in dialoog kan treden en die hem steeds tot zichzelf terugbrengt: die hem inzicht geeft in wie hij is, in zijn manier van leven en van handelen. Die andere, die iemand zal pas als God kunnen herkend en erkend worden in en door het geloof. In haar mystiek gedicht Alma, búscate en Mí geeft de mystica Theresia van Avila een prachtig voorbeeld van zulk een dialoog tussen God en de ziel in de innerlijkheid van de mens.

     

Het eeuwenoude gedicht heeft een tijdloze waarde. Voor de hedendaagse mens in tijden van geloofsverduistering en spirituele leegte is het gedicht een richtingaanwijzer naar geestelijke groei en in die zin heeft het een duidelijke boodschap: de mens draagt in zich Iemand die hem kent en doorgrondt, die hem liefheeft, omarmt en beschermt, met wie hij in verbondenheid kan leven, die hem innerlijke rust schenkt. Dat het gedicht nu muzikaal is vertolkt kan dit alleen maar accentueren. Daarenboven heeft die boodschap ook een maatschappelijke relevantie, want een levenshouding in innige verbondenheid met God moet wel leiden tot meer waardering en liefde voor de medemens, tot meer solidariteit met anderen.

De creatie

Daar de compositie Alma, búscate en Mí door Johan Duijck aan mij werd opgedragen, had de creatie ervan op zondag 23 april 2006 voor mij een heel bijzondere betekenis.

Ik moet zeggen dat ik een verouderde opvatting heb over kunst. Kunst moet ontroeren. De woorden van Theresia van Avila brengen bij mij deze innerlijke beweging tot stand, omdat ze raken aan het ‘verborgene’ van de Werkelijkheid, het ultieme zijn van de mens en, voor een christen gelovige, verwijzen naar de diepte van het Mysterie dat we God noemen en die de Bron is van waaruit we moeten leven. Het is ook zo dat de drang naar innerlijk leven van een persoon intenser wordt naarmate zijn leeftijd stijgt. Het kan dus niet anders dan dat deze tekst mij heel diep aanspreekt.

Maar hoe heb ik de eerste muzikale uitvoeringervaren? Bewondering… verwondering… ontroering… geluk. Dit waren mijn gevoelens op die bewuste zondag in de Sint-Jacobskerk te Gent.

Ik moet wel toegeven dat ik een beperkte kennis heb van muziek en weinig afweet van zangstijl en zangtechniek. Daarom sta ik nu op het punt gevaarlijke grond te betreden; ik zou bijna zeggen ‘heilige grond’. Dus verwacht hier van mij alleen maar hoe ik als leek, de tekst en de vertaling kennende, de uitvoering van het compositorische werk heb beleefd.

Vooreerst denk ik dat het de bedoeling van de componist moet zijn wat in woord is medegedeeld niet alleen muzikaal te vertolken, maar vooral de boodschap (de geest, de ziel) die erin is uitgedrukt, zo goed mogelijk weer te geven. Voor een mystieke tekst vereist dit zonder twijfel van de componist een verinnerlijking, een binnentreden in het denken van de woordkunstenaar, een zich volledig ‘invoelen’ in de ziel van de mysticus. Dat de componist daarin bijzonder goed is geslaagd, horen en voelen we in zijn muzikale vertaling van het spirituele, het mystieke, het innerlijke leven van de mystica, dat zich uit in het oproepen van de Oneindige Liefde.

In de compositie wordt de diepe betekenis van de woorden van de mystica geaccentueerd. De woorden gaan uitdijen tot klanken, waardoor aan het ‘tijdruimtelijkoverstijgende’ ervan nog meer diepte wordt gegeven. Door melodie, ritme, toonkleuren en akkoorden worden de woorden nog meer verinnerlijkt. De mystieke innerlijkheid van de mystica kan de luisteraar nu nog dieper raken: de menselijke ‘snaren’ die niet door woorden worden geraakt, worden nu bespeeld door klank en zang. Doorheen het harmonisch muzikaal geheel is de diepe innerlijkheid blijvend voelbaar. Spiritualiteit en muzikaliteit gaan hand in hand. Hier merk je de hand (de geest, de ziel) ‘del Maestro’.

Aangrijpend is de dialoog van de twee meerstemmige koren, mannen en vrouwen, die de intersubjectieve relatie tussen God (als subject) en de ziel vertolken (en die uiteindelijk tot éénstemmigheid zullen komen (God vinden in je ziel). Aandoenlijk is het herhalend oproepen van de ziel, door God. Ontroerend wordt het opnieuw wanneer de componist het woord (het muzikale overstijgend) weer gesproken woord (Woord) laat zijn in de aangrijpende en voor mij ‘uitdagende’ passage ’Porque tu eres mi aposento,….Estar la puerta cerrada’ (‘Want jij bent mijn onderdak, jij bent mijn thuis en plaats van rust, en daarom klop ik altijd bij jou aan, als ik in jouw gedachten de deur gesloten vind’). Deze meditatieve tekst geeft een gedachte weer waarmee men vredig kan leven: Iemand die steeds bij je blijft, geeft je een diepe geborgenheid. Maar de tekst daagt mij wel uit, daar waar hij een aanklacht wordt tegen mijn herhaaldelijke ‘gedachteloze’ afwezigheid. Ik vind het fijn dat de componist deze strofe op een heel bijzondere manier heeft vertolkt en geaccentueerd.

Voor mij is Alma, búscate en Mí een prachtig ‘doorwrocht’ werk.

Iemand zei me: "Nu dit werk aan jou wordt opgedragen, is dit voor jou zelf een opdracht". Ik mag dus zeggen: een opgedragen opdracht als geschenk. Een geschenk om van (naar) te leven, een geschenk dat leven geeft ! Dank je wel Johan !

Stefaan Vandewalle

 

 


© v.z.w. Gents Madrigaalkoor