Hoog bezoek
Ze kijkt met haar eerlijke ogen onze kamer in, neemt ons gezelschap in zich op, en neemt ons in. Hier staat een vrouw die iets te vertellen heeft. Maar eerst feliciteren we haar met de overwinning van het Zeelse koor Makeblijde, dat de recente editie van de wedstrijd Koor van het Jaar won. Annemie is heel nauw verbonden met Makeblijde, ze was er jarenlang de dirigente van, en nog altijd zorgt ze voor de stemvorming. De titel "Koor van het Jaar" heeft het koor zeker ook aan haar te danken. Toch?
Makeblijde
Ja, ik mag wel denken dat het jarenlange werk aan de stemmen en de koorklank mee heeft geholpen om deze wedstrijd te winnen. Ik werk trouwens heel goed samen met de dirigent Filip Haentjens in wie ik een “alter ego” heb gevonden. Filip en ik kennen elkaar al jaren, en we blijken dezelfde dingen na te streven.
Ik vind de overwinning wel terecht ja, ik was heel blij te horen hoe Makeblijde een eigen klank produceerde. Ik hou niet zo van die typisch Vlaamse koorklank, die je vroeger meer hoorde, zonder veel kern en nogal wollig. Ik streef ook geen typisch Engelse, of Duitse, of welke stijl dan ook, na. Je moet helemaal jezelf durven te zijn, en dan hoef je ook niet met zoveel zangers te zijn om een volle klank te produceren.
Waarnemen
Ik werk altijd vanuit de persoon, ook in een koor. Mijn methode is niet anders in een koor dan met individuele leerlingen. Ze steunt op een filosofie die het resultaat is van mijn ervaring met de Alexandertechniek, yoga en verder mijn zang- en koorervaring. Toen ik, via mijn man, de Alexandertechniek leerde kennen, heb ik daar veel aan gehad. Toen ik daarna yoga ontdekte, heb ik nog veel meer opgestoken. Yoga zal altijd heel belangrijk blijven in mijn leven.
Het vertrekpunt is: waarnemen. In onze maatschappij beklemtonen we te eenzijdig het denken. Onze waarneming is daardoor niet goed ontwikkeld. Ik maak een groot onderscheid tussen denken en waarnemen/ervaren, dat veel ruimer is. Voor een zanger wordt dat: voelen, horen en zien; natuurlijk komt er ook denken aan te pas, maar wel zo weinig mogelijk tijdens het zingen zelf. Emotie overbrengen en denken gaan niet goed samen. En ook, het schijnt dat je met denken maar met één ding tegelijk bezig kunt zijn, maar je kunt bijvoorbeeld perfect meer dingen tegelijk voelen.
Bij het lesgeven valt het erg op dat men zo gebrekkig waarneemt. Men ziet, hoort en voelt veel te weinig. Als ik bijvoorbeeld vraag op iets te letten (wat doet je tong? hoe sta je?), dan voelt men het vaak niet.
Onze maatschappij heeft dat te weinig ontwikkeld. Misschien is dat de schuld van het onderwijs, waar de nadruk toch ligt op denken, en er nog altijd veel minder wordt gedaan aan lichamelijke ontwikkeling, tekenen, muziek… Dat evenwicht tussen denken en echt voelen, horen, zien, smaken, ruiken en intuïtie, heb je in een creatief proces juist zoveel nodig. Als die balans beter lag, zou onze maatschappij ook evenwichtiger zijn…
Zangtechniek
In mijn zangles probeer ik een proces op gang te brengen om intenser waar te nemen. Ik laat mijn leerlingen soms voor een spiegel zichzelf waarnemen of laat ze elkaar bekijken en voelen en leer ze heel intens te luisteren naar zichzelf en de anderen. Daar werk ik - niet met vocalises maar met oefeningen en repertoire - het eerste paar jaren aan. Zo’n proces ontvouwt zichzelf, er hoeft dan niet zoveel aan toegevoegd te worden. Je krijgt dingen in het oog waarvan je je daarvoor niet eens bewust was. Mijn rol is het dan om erover te waken dat er niet wordt afgeweken en dat men niet terugvalt in oude patronen en gewoontes. Die zijn erg sterk en dat maakt dat het proces toch gauw een paar jaar in beslag neemt.
Technisch begin ik meestal met de lichaamshouding: de balans. Van daaruit probeer ik de zangers bewust te maken, van onder naar boven, van de verschillende plaatsen waar de juiste spanning mag of moet zijn - of juist niet mag zijn. Welke spanningen zijn belangrijk? Of minder belangrijk? Hoe krijg je controle over voeten, knieën, onderbuik, bovenbuik, borstbeen, nek, kin, kaak, lippen, tong, ogen… (ademhaling en steun vallen daar onder).
|
|
Het meisjeskoor Makeblijde won in 2005 de titel Koor van het Jaar. Annemie Moens heeft het koor gedirigeerd van 1983 tot 1996; ze is er nog altijd de stemcoach van.
Makeblijde is een koor voor meisjes en vrouwen die jong van geest zijn. Ze noemen zich een vrolijke bende die allerhande muziek brengt. Zowel een Schubert als een Lennon behoren tot hun repertoire. Het koor staat onder de leiding van Filip Haentjens.
Het koor heeft een mooie en goed gestoffeerde website. Bezoek hem eens op: www.makeblijde.be
|
Zo breng ik de leerlingen dichter bij zichzelf. Wie zijn ze, wat willen ze? Dat moeten ze zelf weten, zelf bepalen, zelf kiezen. Ik kies b.v. voor hen geen literatuur, dat moeten ze zelf doen. Het genre maakt niet uit. Ik heb leerlingen gehad die naar musical grepen, of popmuziek (vaak evolueren ze naar klassiek, naarmate ze zichzelf ontvouwen). Het zangproces verloopt van binnen naar buiten, het moet dus hun eigen keuze zijn.
Blauwdruk
Ik besef wel dat de opgave om naar jezelf te kijken erg confronterend kan zijn en ik ben zelf ook zeer direct in mijn aanpak maar probeer altijd positief te zijn. We gaan op zoek naar de persoon zelf, naar wat ik graag de blauwdruk van de persoon noem. In het begin kan dat wel eens tranen kosten, wellicht omdat het iets los maakt. Daarom ook aanvaard ik pas leerlingen na een proefles: het moet klikken tussen ons, we moeten allebei geloven dat het goed zit, dat ik met hen mag werken, dat zij mij willen kennen, en ik hen. Als dat, ook onderweg, niet blijkt te lukken, dan zeg ik het ook.
Met een koor werken is eigenlijk niet zo verschillend. Goed, je staat dan voor een groep, maar ook mijn individuele lessen doe ik meestal in (kleine) groepen. Maar ik werk altijd met wat ik heb, niet vanuit wat ik zou willen. Zo observeer je bij een ander, leer je van een ander. Voor een koor zal ik wel eens iemand uit de groep halen (als die dat goed vindt, natuurlijk) en hem of haar als voorbeeld gebruiken. Ja, dat kan confronterend zijn, dus dat doen we pas als de hele groep goed weet hoe het systeem in elkaar zit, mijn aanpak kent en respecteert. Overigens, mijn leerlingen komen dikwijls uit de koorwereld, precies omdat ik met die wereld vertrouwd ben.
Een open wereld
Wie open staat, boekt vrij snel resultaat. Je moet wel onafhankelijk blijven of worden. Verder hoef ik niet zo veel eisen te stellen. Jong of oud, goede zanger of niet… als je maar open staat. Ik werk met mensen, en elke mens klinkt anders. Weet je wat ook enorm boeiend is: hoe in andere landen gezongen wordt. Les mystères des voix Bulgares! Die Russen, Cubanen, Afrikanen, Indiërs. Hun verschillende techniek leren kennen, en dan ontdekken dat hun lichaam soms anders is, dat hun skelet wel degelijk kan verschillen. En wat sommigen uit hun stem kunnen halen. Luister bijvoorbeeld eens naar Cathy Berberian, wat die met haar stem presteert, of naar de Oosterse traditionele gezangen met hun ongelofelijke nuances, of naar Sheila Shandra, die zingt zoals de Indiërs Tabla leren spelen, waar je de klanken van de noten moet uitspreken.
Proberen te leven volgens onze eigen blauwdruk. De mogelijkheden waarmee we geboren zijn, voor onszelf proberen te ontdekken. De doelstellingen van elk individu respecteren, vertrouwen hebben in wat is. Komaf maken met menselijk opzicht en gezichtsverlies. Het zijn elementen van een filosofie waarmee ik ook onze zangkunst laat ontwikkelen. Dat uit zich in onze stem. En andersom, in elke stem zit zoveel informatie over de mens… Maar dat is een hoofdstuk apart!
KVdW/MC
Luister ook eens naar:
andere culturen en hun stemmen
Cathy Berberian: een vocaal fenomeen! Kijk en luister b.v. naar haar compositie Stripsody op geluiden uit tekenstrips en sequenza III per voce van L. Berio.
Sheila Shandra: vertrekt van de Indische muziekcultuur (tabla b.v. in Speaking In Tongues).
|
|