MaarNormaal nr. 10 artikel 3

 

 

Een neerslagje

 

 

Op het verjaardagsfeestje van 19 oktober, waar de start werd gegeven van de 3050-feestperiode, was Josse De Pauw er op het laatste moment niet, een van de eerste slachtoffers van het griepoffensief, en dat verdroot ons. Hem ook, getuige de uitgebreide excuses die hij opstuurde: "Ik hoop dat het een mooi feest is geweest. Ik lag twee dagen te daveren in mijn bed. Hier volgt een neerslagje van wat ik bij mekaar wou improviseren, die avond"

 

We hebben een afspraak in het cafeetje naast de Minard, in Gent. Bij Huguetje. Met Tom Jansen droomde ik, voor onze nieuwe theatervoorstelling, van een koor. Ik hoorde via via dat hij er een paar had en ik belde hem. De telefoon werd warm in mijn hand, terwijl hij praatte. Dat doet die telefoon anders nooit. Het is zijn uitstraling, heb ik later gemerkt. Alles warmt op als Johan in de buurt is. Ja, hij had wel wat koren in de aanbieding. Zeer professionele ook, ja, maar zijn hart lag bij het Madrigaalkoor, zei hij. En toen hij dat zei, lag het mijne daar ook al.

We hebben een afspraak in het cafeetje naast de Minard, in Gent. Bij Huguetje. Hij zit samen met Robrecht Despiegelaere op mij te wachten, aan een tafeltje bij het raam. De zon slaat gul binnen door dat raam en laat hun gezichten vrolijk gloeien. (Ik zei het al: alles warmt op als Johan in de buurt is.) Robrecht, heb ik altijd gedacht, zou de sponsor van een West-Vlaamse wielerploeg kunnen zijn. Johan Duijck is dan de verzorger. De man die af en toe iets in het eten doet en zalfjes mengt enzo... De professor waar de renners alle vertrouwen in hebben. Hij laat ze winnen.

Johan heeft iets onbetrouwbaars. Daar val ik voor. Hij moet nu niet kwaad worden omdat ik dat zeg. Ik ken zijn hang naar rechtschapenheid. Maar mensen die er betrouwbaar uitzien, maken mij argwanend. Diegenen, daarentegen, die dat tikkeltje onbetrouwbaarheid in zich dragen, daar wil ik voor gaan. Zoals Johan, de rechtschapenheid hoog in het vaandel dragend, maar weten dat je daar elke dag moet voor vechten, dat dat niet vanzelfsprekend is, dat het geen gave is.

Hij zegt dat hij er zin in heeft. Meer zegt hij eigenlijk niet. We praten over van alles, in het lang en in het breed, maar alles wat hij zegt heeft diezelfde ondertoon: dat hij er zin in heeft. Dat is het bijzondere aan Johan Duijck. De bereidheid. Dat is wat mij in de man heeft ontroerd. We hebben gewerkt, goed gewerkt, mooie voorstelling gemaakt... Een mens houdt graag iets over aan een samenwerking. In dit geval is dat voor mij 'de bereidheid' van Johan Duijck. Die brengt hij over op zijn mensen. Dat hele koor is intussen zo 'bereid' als wat. Ik wens hem het allerbeste en wil hem danken met een gedicht:

 

Midden op de weg 
Carlos Drummond de Andrade

Midden op de weg lag een steen 
lag een steen midden op de weg
lag een steen
midden op de weg lag een steen.

Nooit zal ik die gebeurtenis vergeten 
in het leven van mijn zo vermoeide netvliezen. 
Nooit zal ik vergeten dat midden op de weg
lag een steen
lag een steen midden op de weg 
midden op de weg lag een steen.

Josse De Pauw

 


© v.z.w. Gents Madrigaalkoor