Johan Duijck over Mirando
Mirando
Koorwerken van Johan Duijck |
Mirando – A mirror to friendship and music
Voetballers die elkaar na een goal als gek op de schouders springen… Dan gaat het er in de koorwereld toch iets discreter aan toe: na een mooi concert geven koorleden en dirigent mekaar spontaan een warme knuffel. Dankbaar omdat ze dankzij elkaar kunnen delen in de ‘wondere schoonheid van muziek’. Mirando: verwonderd zijn, bewonderen.
42 jaar al werken het Gents Madrigaalkoor en zijn dirigent intens samen. Duizenden repetitie-uren, meer dan 400 concerten van Hondarribia tot Hannover, van Leicester tot Pécs, 60 verschillende concertprogramma’s van renaissance tot hedendaags... En natuurlijk zong het koor de meeste van de koorwerken die ik schreef. Daarvan biedt Mirando u nu een bloemlezing aan: de composities van mijn hand, die het Gents Madrigaalkoor in de loop van de jaren opnam.
Lentetriptiek (opus 1, 1981) werd opgenomen in 1983,
Narcissus et Echo (opus 8, 1988) in 1992,
Laudate pueri (opus 12, 1992) in 1997,
A Mirror to St. Nicolas (opus 18, 1998) in 2014.
Daartussen verschenen er nog twee andere cd’s met het Gents Madrigaalkoor in eigen composities: el Camino del Alma en Dixit Dominus. Ik hoop dat die verzameling een beeld geeft van de eenheid en evolutie in mijn compositiestijl en de zangwijze van het koor.
Sommige schrijvers zeggen dat ze eigenlijk hun leven lang hetzelfde boek (her)schrijven. Dat gevoel herken ik: hoe de verpakking van mijn composities weliswaar verandert, maar de essentie, mijn eigen stem, toch dezelfde blijft. Vox manet. De vogel zingt zoals hij gebekt is.
Vanzelfsprekend evolueerden gedurende die 42 jaar ook de klank en stijl van het Gents Madrigaalkoor. Toch valt me op hoe ons ideaal van koorzang fundamenteel niet veranderde: open, stromend, ongekunsteld. Maar ook: hoe vakmanschap en fantasie groeiden, zowel bij de componist als in het koor. Die weg hebben we samen afgelegd. Koor en componist die elkaar uitnodigen, zelfs uitdagen grenzen te verleggen. Compositie en koorzang als spiegel van elkaar.
A Mirror to St. Nicolas
In 1997 vroeg Rudy Van der Cruyssen, dirigent van het jeugdkoor Rondinella (Knokke-Heist), me een cantate te componeren voor gelijkstemmig jeugdkoor en strijkorkest. De cantate zou dienen als voorgerecht in een concertprogramma waarvan de Saint Nicolas Cantata van Benjamin Britten de hoofdschotel is. Algauw ontstond het idee een soort omgekeerde Saint Nicolas te schrijven. In Saint Nicolas fungeert een gemengd koor als centrum van de actie; het staat dan ook, met orkest en solist, opgesteld vóór het publiek. Een gelijkstemmig jeugdkoor kaatst als gallery choir (achter het publiek) de muzikale bal over en weer. Britten herneemt dit ruimtelijk spelletje later in onder meer het War Requiem en Voices for Today. In de Mirror is de opstelling omgekeerd: het gelijkstemmig jeugdkoor staat samen met de tenorsolo in de schijnwerpers, en het gemengd koor krijgt een iets bescheidener rol als gallery choir. De orkestrale bezetting van de Mirror is identiek aan die van Saint Nicolas: strijkorkest, vierhandig piano, veel leuk slagwerk. Vijftig jaar na de eerste uitvoering van Saint Nicolas (1948) een proeve tot spiegelbeeld componeren is natuurlijk in de eerste plaats een hommage aan een van mijn meest geliefde componisten, Benjamin Britten. In de Mirror zit dus, zoals het hoort en voor wie dat hoort, af en toe een enigszins vermomd St. Nicolas-citaatje. Voor deze opname mocht ik een beroep doen op het onvolprezen meisjeskoor Amarylca o.l.v. Noëlle Schepens, het kamerorkest La Passione en de tenor Michael Nowak. Ik blijf hen ten eeuwigen dage dankbaar voor de perfectie en het enthousiasme waarmee zij deze veeleisende partituur gestalte hebben gegeven.
Laudate pueri componeerde ik op vraag van de internationale dirigentencursus in Lleida/Lérida (Catalunya, España). De opdracht was een compositie die het de koorgroepen niet te moeilijk maakt, maar de studenten koordirectie wel de handen vol geeft. Vandaar het procedé korte melodische fragmenten identiek te herhalen binnen een steeds wisselende metrische context. Ook de beide pianisten dienen het nodige in huis te hebben. Laudate pueri ontving in 1992 de Compositieprijs van de Provincie West-Vlaanderen.
Narcissus et Echo is geschreven voor driestemmig dameskoor en piano. De tekst komt uit de Metamorfosen van Ovidius. Het prachtige verhaal nodigt uit tot tekstschildering en dramatiek.
Lentetriptiek ten slotte is mijn ‘Opus 1’, mijn eerstgeborene. De teksten koos ik uit de rijke schat van Middelnederlandse poëzie (twaalfde en dertiende eeuw). Hadewijch, Henric van Veldeke en Hertog Jan I van Brabant bezingen de maanden maart, april en mei. Bij de verklanking van de teksten heb ik getracht een middeleeuwse sfeer op te roepen: volksliedachtige motieven, openkwintakkoorden, kwint- en octaafparallellen. Verder vallen de sterk doorgevoerde imitatorische schrijfwijze op en de contrastwerking tussen speelse ritmiek en beschouwende lyriek. Ik erken graag de invloeden van Hugo Distler en Vic Nees. Lentetriptiek werd in 1981 bekroond met de Compositieprijs van de Provincie Oost-Vlaanderen.
Nulla amicitia
Op het einde van bijna elk concert zingt het Gents Madrigaalkoor deze canon als toegift. Met dit lijflied, ons credo, danken koor en dirigent mekaar voor jarenlang trouw engagement en enthousiasme. Nulla amicitia sine musica, sine amicitia nulla musica. Muziek en vriendschap als spiegel van elkaar.
Johan Duijck