Tweeklank van aarde en water dankt zijn ontstaan aan twee beweegredenen. Enerzijds wilde de componist tegemoet komen aan de wens van gitarist Yves Storms om een werk te schrijven waarin zijn instrument prominent aanwezig zou zijn, anderzijds voelde hij de behoefte om het repertoire voor jeugdkoren met een zinvol exemplaar aan te vullen.
In ieder geval moest het een frisse en levendige compositie worden. Daarom vroeg Nees aan Mieke Martens om een tekst te bedenken waarmee hij zijn speelse fantasie kwijt kon. Voor de finale stelde hij haar voor om het begin van het vierde bedrijf van Macbeth tot voorbeeld te nemen, de incantatie waarbij de heksen hun gifdranken mengen.
Het werk werd voltooid in december 1981. Rond die tijd treedt in het oeuvre van Vic Nees, na een periode van zoeken en experimenteren, een versobering in die hijzelf omschrijft als "nieuwe eenvoud". Dat is vooral te merken in de vocale partijen. Tegelijkertijd verschijnen de eerste repetitieve trekjes die duidelijk te horen zijn in de overigens zeer zelfstandig opgevatte gitaarpartij. Een boeiende partituur waarin vlugge delen afwisselen met langzame, onderbroken door een gitaarintermezzo, en die afgerond wordt door een bruisende finale.
Kamiel Cooremans