De Hanswijkprocessie in de stad Mechelen is al vele eeuwen een begrip. Om de 25 jaar verleent een jubeljaar extra glans aan deze jaarlijkse uiting van volksdevotie. Allerlei religieuze en culturele activiteiten belichten dan op originele en eigentijdse wijze diverse aspecten van deze traditie.
Uiteraard mag ook de muziek hierin nooit ontbreken. Zo bijvoorbeeld creëerde een van Vlaanderens belangrijkste componisten, Edgard Tinel (1854-1912), zijn oratorium Sint-Franciscus in de kathedraal van Mechelen ter gelegenheid van het Hanswijkjubeljaar 1888. Veel componisten en uitvoerders traden in zijn voetsporen: zo onder meer Staf Nees (oratorium Ave Maria, 1938), Flor Peeters, Peter Cabus (mijn eigen leraar compositie) en Peter Pieters (cantate Mater et Advocata nostra, 1988).
Het oratorium Dixit Dominus, gecomponeerd in opdracht van de twaalfde Hanswijkjubelfeesten, beschrijft hoe God de mens steeds opnieuw roept, en hoe de mens deze roeping soms afwijst, soms aanvaardt. Bij de samenstelling van de teksten werd bewust gekozen voor een zogenaamde puzzel-structuur: geen strikt chronologische volgorde van gebeurtenissen, maar eerder een thematische koppeling uit Oud en Nieuw Testament. Alle teksten komen uit de Bijbel, behalve het centrale Gott spricht zu jedem nur. Hierin bezingt de dichter Rainer Maria Rilke (1875-1926) hoe God aan elke mens vrijheid en verantwoordelijkheid geeft.
Er zijn nogal wat uitvoerders nodig voor deze compositie: recitant, baritonsolo (Jezus), sopraansolo (Maria), gemengd koor, kinderkoor, orgel en kamerorkest. Bij het componeren van de muziek dacht ik dikwijls aan een gezegde van een van mijn lievelingscomponisten, Benjamin Britten (1913-1976): "Ook vandaag nog is het mogelijk frisse en originele muziek te componeren in do groot."
Ik draag Dixit Dominus op aan mijn Catalaanse alter ego: Josep Prats, dirigent van het schitterende koor Cantiga uit Barcelona.
Johan Duijck