MaarNormaal nr. 3 artikel 6
Het Conservatorium
Op dit ogenblik wordt het gebouw van het muziekconservatorium aan de Hoogpoort in Gent gerenoveerd, honderd jaar nadat het erin trok. Het Gents Madrigaalkoor repeteert er regelmatig en weet dat het een historisch pand is. Maar hoe zit dat precies ? We slaan enkele oude boeken open. Tot lering en vermaak.
Een nieuw gebouw voor het conservatorium
Aan de gevel van het muziekconservatorium aan de Hoogpoort zie je meteen dat het niet één gebouw was, maar verschillende en dat ze behoorlijk oud moeten zijn. De binnenkant is recenter, behalve de kelders dan, die werden honderd jaar geleden niet met de grond gelijk gemaakt - ze zaten eronder.
In 1897 besliste de Gentse gemeenteraad het conservatorium onder te brengen in een modern functioneel gebouw met klassen en een "auditiezaal" voor 800 man. Hij bestemde daartoe het huizenblok bestaande uit de Zwarte Moor aan de Hoogpoort, de Groote Zikkele, de refuge van de abdij van Eename (dat is de Achtersikkel) en het Hotel van Limburg. In die jaren hadden de huizen nog een eigen naam ! Er verdween daarmee ook een straat, de Regnessestraat, klein maar belangrijk. Een stukje ervan bestaat nog altijd, namelijk het middelste segment van de Biezekapelstraat, maar toen liep ze door, aan de ene kant tot waar nu het Sint-Baafsplein ligt, aan de andere tot aan de Hoogpoort. Nu ligt daar de lagere school van Sint-Bavo.
De Biezekapel bestaat al van 1608 en het Lievevrouwtje nog veel langer. Rond 1575 schoot een van de soldaten van de Prins van Oranje in een zatte bui een kogel naar het beeldje. De kogel ketste af op de wang van Maria, kaatste terug en doorboorde de borst van de soldaat, daervan hij terstont ter plaetsen doot ghevallen is. Een getuigenverklaring zit nog altijd in het archief van het bisdom.
De belangrijkste argumenten om het conservatorium in dat huizenblok onder te brengen waren dat de directeur in het huis naast het conservatorium kon wonen en dat de locatie aansloot bij het gebouw van het "Theatre Flamand" (de huidige NTG-schouwburg). Zo kon de theaterzaal voor publieke concerten gebruikt worden en konden verwarming en elektriciteit gemeenschappelijk zijn.
|
|
Rechts een oude kaart van de omgeving, |
De sikkel
De plek was ook gekend onder de naam "de sikkel", wegens de drie huizen met die naam. Behalve de Groote Zikkele bevinden zich daar ook de Kleene Zikkele, op de andere hoek van de Hoogpoort en de Biezekapelstraat, en de Achtersikkel, bekend van de hoes van de cd Wolcum Yole.
De Groote Zikkele dateert uit de 14e eeuw en was genoemd naar haar eerste eigenaars. Jacques van der Zickelen was de laatste van die naam die er woonde. Hij kan niet "bekend van tv" zijn, want hij stierf al in 1520. Toen Keizer Karel in 1540 Gent kwam straffen moest ene Alexander Farnese, bekend van de geschiedenislessen, ambtshalve aanwezig zijn. Die logeerde toen in de Groote Zikkele.
De refuge van de abdij van Eename werd eerst bewoond door de monniken van de Sint-Baafsabdij, later door die van de abdij van Eename. Na de Franse revolutie had de loge er een lokaal, daarna verschillende verenigingen, o.m. de Taal is gansch het Volk, het Van Crombrugghe's Genootschap en, toch wel merkwaardig, de Maatschappij van Koorzang.
Over dat gebouw schreef de Flandre libérale van 3 maart 1899 het volgende:
|
|
Les trois tourelles font l'effet le plus magique, les arcades du cloître encore à moitié emmurées, sont d'un travail exquis, les souterrains superposés imposent par leurs voûtes hardies et leurs piliers à la fois élégants et massifs. Des portes anciennes, artistement ouvragées, des poutres richement sculptées, des grillages antiques, des créneaux bien conservés, certains détails architectoniques font rêver. |
La petite tourelle gothique du milieu, formant dais, d'une ordonnance ogivale du plus gracieux effet, abrite une citerne. [...] La tour octogonale [...], qui est tronquée dans sa partie supérieure, doit avoir une trentaine de mètres de haut. Dans sa paroi règne une espèce de cheminée, un appel de voix, qui servait de téléphone entre ceux qui faisaient le guet en haut et les gens d'en bas. Ça et la des réduits qui font songer à des oubliettes ou à des cachettes. |
We konden het zelf niet beter zeggen.
De Kulders
Hoe kwam het conservatorium daar terecht ? Eerst tijdelijk, toen het vorige onderkomen van het conservatorium werd afgebroken om er een nieuw gebouw te zetten. Dat vorige adres was ook al een historisch gebouw, bekend onder de naam De Kulders. Het stond naast het Gerard Duivelsteen. Maar toen het goed en wel was afgebroken, leek het ineens een beter idee de ruimte open te laten, wat het gezicht op de kathedraal alleszins ten goede kwam. Een paar jaar later, in 1901, werd op die plek een filiaal van de Nationale Bank gebouwd. Weg gezicht. [1]
Misschien is het leuk even een kijkje te nemen op die vorige locatie: het gebouw De Kulders. Dat gebouw was van 1816 tot 1876 het weeshuis van de Kulderkes, de Gentse naam voor de wezen, naar het lederen wambuis dat de jongetjes droegen, "de kolder", denk b.v. aan maliënkolder. De meisjes droegen een rood bloesje, waar de Rodelijvekensstraat zijn naam aan dankt. Op de zijgevel, later verplaatst boven de toegangspoort, stond de spreuk "PIETATIS GANDAE SCHOLA PAVPERVM", waarin het bouwjaar (MDCLVVII = 1662) verscholen zit. Het stond aan het voormalig kerkhof van de Sint-Janskerk (nu Sint-Baafskathedraal), naast het Gerard Duivelsteen, waar ook de brandweer was ondergebracht. De omgeving werd beschreven als de "widen aert", "brede oever", een gemeenschappelijke weide die als aanlegplaats werd gebruikt, wat verbasterd raakte tot "wijngaard" en dus ook "de la vigne"! De brug over de Nederschelde naar de Reep heette tot halfweg deze eeuw "de wijngaardbrug". Ze verdween toen de Schelde er werd gedempt. Boven de spreuk stond de Maagd van Gent afgebeeld, geflankeerd door twee weesjongens in Spaanse klederdracht. In de stad hoorde men daarover wel eens dit versje:
Op de Wijngaardbrugge Ofte daar omtrent, Daar staan twee steenen mannekens Al bij de Maagd van Gent. Zij staan daar zo galant Met 't hoedje in de hand. 't Zijn de schoonste Spanjoletten van ons land.
De kulderkes verhuisden in 1873 naar een nieuw gebouw aan de Martelarenlaan (dát gebouw werd in 1947 in een brand zwaar beschadigd en in 1964 afgebroken) waar de toiletten tenminste niet door het hele gebouw te ruiken waren. In het oude vond het conservatorium onderdak van 1876 tot 1897. Pas daarna was het rijp voor de sloop.
Links een "rodelijveke" (weesmeisje) in haar uniform.
Rechts een "kulderke" (weesjongen) in zijn uniform.
Toonkunde en uitgalming
Uit de geschiedenis van het Conservatorium valt nog meer te leren. Op 22 april 1835 besliste de stad, de "Regering van Gend" tot de oprichting van een "Toonkundig Conservatorium". Twintig jaar later was er een ernstige crisis en besloot men tot een reorganisatie. Er werden in de gemeenteraad harde woorden gesproken. Uit het verslag van de commissie: "Mais faut-il absolument que le Directeur soit un grand musicien ? [..] A défaut d'un grand musicien dans la véritable acceptation du mot, il faudrait préférer un amateur non musicien, mais zélé pour les intérêts de l'art et de la ville qu'il représente."
De weddes van het onderwijzend personeel werden in 1857 als volgt bepaald. De Professeur de composition, die ook chef d'orchestre was, kreeg een traitement van 1800 frank, de Professeur de chant d'ensemble kreeg 1200 frank, dat is even veel als de pianoleraar. De andere instrumenten moesten met 600 frank rondkomen. Maar men wou nog een nieuwe Professeur de chant dramatique aantrekken, en die zou 2000 frank krijgen. De man heette dan ook Louis Cabu [2].
In 1858 richtte het conservatorium een Nederlandse voordrachtklas in. Aan de gemeenteraad werd een voorstel ingediend, dat begint met "Sedert enige tijd heeft de zucht naar Toneeloefening, hier ter stede in 't bijzonder, eene groote uitbreiding bekomen" en eindigt met de oproep "of het oogenblik nog niet gekomen is om eenen leergang van Vlaamsche uitspraak en uitgalming aan onze muziekschool in te rigten". Cette demande fut favorablement accueillie.
In hetzelfde jaar hadden de zeer populaire publieke concerten plaats in de Troonzaal van het Stadhuis. "Le prix de l'abonnement est de 5 francs pour les quatre matinées musicales; chaque abonnement donne droit à une carte personnelle et à deux cartes de dames par concert." Een doordenkertje!
Voetnoten
[1] Van een alternatieve locatie voor het conservatorium, naast de technische school op de Lindenlei, kwam niets in huis wegens de hoge kosten.
[2] Hij gebruikte de artiestennaam Cabrel.
Bronnen
Le Conservatoire Royal de Musique de Gand (C. Bergmans, uitg. Beyer, Gand, 1901) (met dank aan Kamiel Cooremans);
Gent van den oudsten tijd tot heden (Frans De Potter, 19e eeuw, heruitgegeven door Flandria Nostra, 1990);
Verweesd, verwezen (M. De Bleecker, 1990).
© v.z.w. Gents Madrigaalkoor